Het is leuk als bezoekers reageren op mijn blogs. Ik kreeg van Ad V. twee voorbeelden van openingszinnen die hij naar eigen zeggen ‘pregnant’ vond.
“Mijn vrouw is dood en al begraven.” (Marcellus Emants, “Een nagelaten bekentenis”)
en
“In het midden van de reis door ons leven
hervond ik mijzelf in een duister woud,
want de rechte weg was geheel verloren.” (Dante Alighieri, “De goddelijke komedie”)
Omdat ik ‘pregnant’ associeer met ‘doordringend’, bij voorbeeld een pregnante geur, en de voorbeeldzinnen van Ad V. mooi, maar tamelijk duister vond, heb ik maar eerst de betekenis van ‘pregnant’ opgezocht. Deze is net iets anders dan ik dacht: Een sterke indruk achterlatend, Gewichtig, Kernachtig, Veelzeggend en Veel betekenend. Pregnante zinnen zou je dus kunnen opvatten als betekenisvolle zinnen en pregnante openingszinnen als zinnen die de betekenis of de inhoud van het boek in zich dragen. Voor de openingszinnen van “Een nagelaten bekentenis” en “De goddelijke komedie” geldt dit zeker.
Als ik naar de kenmerken van goede openingszinnen kijk, lijken pregnante zinnen te voldoen aan het opwekken van nieuwsgierigheid, het oproepen van een emotionele reactie en een beeldende beschrijving. Het maakte me nieuwsgierig naar andere pregnante openingszinnen. Ook nu weer heb ik ChatGPT en Google geraadpleegd en beginzinnen van mijn favoriete boeken bekeken op zoek naar pregnante openingszinnen. Ik vond onderstaande zinnen.
"Toen Gregor Samsa op een ochtend uit onrustige dromen ontwaakte, ontdekte hij dat hij in zijn bed veranderd was in een reusachtig ondier." - Franz Kafka, "De gedaanteverwisseling"
"Ik schrijf dit verhaal om te zeggen dat ik misschien gek ben, of misschien al dood, of zoiets." - Gabriel García Márquez, "Honderd jaar eenzaamheid"
"Call me Ishmael." - Herman Melville, "Moby Dick"
“Vannacht droomde ik dat ik weer naar Manderley ging.” - Daphne du Maurier, “Rebecca”
“Behalve den man die de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa vond, heb ik nooit een wonderlijker kerel gekend dan den uitvreter.” Nescio - “De uitvreter”
Ik kan iedereen aanraden om eens een middag openingszinnen te bekijken. Het nodigt uit om weer eens in favoriete boeken te bladeren en ook de slotzinnen te bekijken. Als lezer ga je op het eind van het boek namelijk zelden de beginzin nogmaals lezen. Zo kon ik me niet herinneren dat de beginzin van Rebecca perfect op de slotzin aansloot: “En met den zouten zeewind woei de asch ons tegemoet.” (Uit de vertaling van J.M.C. Dietsch, Uitgeverij Contact, 1947).
En nieuwsgierig naar “de man die” van Nescio, ontdekte ik op Wikipedia dat dit Frederik van Eeden was die zichzelf in lezingen een ‘wonderlijke man’ noemde en de Sarphatistraat in 1888 als een voorbeeld van negentiende-eeuwse wansmaak beschreef, terwijl hij zich toch kon herinneren dat hij het vroeger de mooiste straat van Amsterdam vond (https://nl.wikipedia.org/wiki/De_uitvreter#:~:text=De%20uitvreter%20begint%20met%20de,Walden%2Doprichter%20Frederik%20van%20Eeden.).
De Sarphatistraat in 1903
Reactie plaatsen
Reacties