Zoë Wicomb, geboren op 23 november 1948, is afkomstig uit Namaqualand, Zuid-Afrika. Na haar studie verliet zij in 1970 Zuid-Afrika om in Engeland verder te studeren. In 1990 keerde ze terug om tot 1993 Engels te doceren aan de universiteit van West Kaap. In 1994 ging ze naar Glasgow waar ze hoogleraar werd aan de Universiteit van Strahclyde. ‘October’ is het verhaal van Mercia Murray, een Zuid-Afrikaanse vrouw van middelbare leeftijd, professor in Glasgow, en verlaten door haar partner met wie ze 24 jaar samen was. Wanneer haar broer haar schrijft om naar huis te komen, keert ze terug naar Zuid-Afrika. Haar familie blijkt in verval geraakt door alcoholisme en ze ontdekt dat er tal van familiegeheimen zijn. Herinneringen aan haar jeugd tijdens de Apartheid komen bij haar op. Balancerend tussen haar nieuwe leven in Schotland en haar Zuid-Afrikaanse roots, herinnert Mercia zich het verleden en beoordeelt ze het heden met een scherp gevoel voor ironie. In het boek is een veelheid aan thema’s uitgewerkt: huishouden, ballingschap, terugkeer en ras. Toen haar gevraagd werd haar boek in drie woorden samen te vatten, zei Wicomb:"Thuis, ontworteling, familiegeheimen”. Het boek is in 2014 gepubliceerd.