Een nieuwe lente en een nieuw geluid
Mei heeft een duidelijke symbolische betekenis voor schrijvers als tijd van geboorte, verandering en ontluikende liefde. Het zal dan ook niemand verbazen dat de maand mei het decor vormt voor romantische verhalen. Vaak wordt er ook een contrast aangebracht. Behalve geluk en liefde dreigt er ook ongeluk, eindigheid en de dood.
Vanwege zijn betekenis voor de Nederlandse poëzie wil ik dit blog wijden aan Herman Gorter en zijn gedicht Mei. Doordat Gorter eigen keuzes maakte in ritme en beeldspraak en dus afstand nam van de dwingende voorschriften in oudere stromingen, is het gedicht Mei het hoogtepunt geworden van de poëzie van de Tachtigers.
De eerste regels van het 4381 versregels tellende gedicht zijn zeer bekend:
“Een nieuwe lente en een nieuw geluid:
Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit,
Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht
In een oud stadje, langs de watergracht –
In huis was 't donker, maar de stille straat
Vergaarde schemer, aan de lucht blonk laat
Nog licht, er viel een gouden blanke schijn
Over de gevels in mijn raamkozijn.”
Het gedicht gaat over het leven en de liefde van Mei en haar dichter. Geïnspireerd door de tekst op Wikipedia https://nl.wikipedia.org/wiki/Mei_(gedicht) geef ik hier een korte samenvatting.
Geboren uit de moedermaan en de zon, komt Mei in de eerste zang aan op een strand. Haar dode zus April wordt die nacht weggedragen. Mei begint de volgende dag een "tooverige tocht" door het Hollandse landschap, dat uitgebreid beschreven wordt. Ze ontmoet diverse mensen en mythische figuren en belandt uiteindelijk in een stadje. Daar treft ze de dichter en samen trekken ze rond door het landschap tot de dichter terugkeert naar de stad.
In de tweede zang ziet Mei de jonge blinde god Balder die door het landschap trekt en zijn leven bezingt. Als zijn lied afgelopen is, verdwijnt hij. Mei is zeer bedroefd. De volgende ochtend gaat zij op zoek naar Balder. Na een reis door een sprookjesachtige wereld vindt ze hem. Hij zingt voor haar en besluit zijn zang door te zeggen dat hij alleen voor zijn muziek leeft, dat is zijn ziel en in zijn ziel is hij een God. Mei weet dat er voor haar geen plaats is en zinkt terug naar de aarde.
In de derde zang is Mei terug in Holland bij de dichter. Ze zwerven opnieuw door het Hollandse landschap en brengen de laatste dagen van het leven van Mei door in elkaars gezelschap. Als de laatste dag is aangebroken sterft Mei en wordt opgevolgd door haar zus Juni. De dichter neemt Mei mee naar het strand en begraaft haar daar.
Gorter bezingt in Mei zijn liefde voor Wies Cnoop Koopmans op wie hij in 1886 verliefd werd. Hij verloofde zich met haar in datzelfde jaar en zij trouwden in 1890.
Uit: Grafiek 31. Vaktijdschrift en Documentatie voor de Grafische Technieken uitgegeven door K.O.L.V.O., jaargang 1950, nummer 1
Eerste uitgave van Mei van Herman Gorter (1989)
Herman Gorter omstreeks 1885 (https://www.dbnl.org/tekst/gort004jcli01_01/gort004jcli01_01_0001.php)
Wies Cnoop Koopmans in het begin van haar relatie met Gorter
Reactie plaatsen
Reacties